bear	horse	bird
cow	dog	elephant
gorilla	cat	snake
sheep	tiger	rabbit
to ride	scared	woods
noise	to put	ran
came	fell	found
got	gave	went
knew	made	saw
took	to take a break	to have a good time
to make a mistake	to make a noise	to have a shower

vogel	paard	beer
olifant	hond	koe
slang	kat	gorilla
konijn	tijger	schaap
bos	bang	rijden
rende	plaatsen	lawaai
vond	viel	kwam
ging	gaf	werd
zag	maakte	wist
het naar je zin hebben	pauzeren	nam
douchen	lawaai maken	een fout maken

to do homework	to take photographs	to go on holiday
to get angry	to go away	to get excited
to do something	extinct	island
to become	teeth	horn
could	couldn't	beautiful
boring	clean	clever
dangerous	dirty	horrible
interesting	lovely	safe
stupid	ugly	all right
suddenly	poor you	What happened?

op vakantie gaan	foto's nemen/maken	huiswerk maken
enthousiast worden	weggaan	boos worden
eiland	uitgestorven	iets doen
hoorn	tanden	worden
prachtig	kon niet	kon
knap/slim	schoon	saai
afschuwelijk	vuil	gevaarlijk
veilig	aangenaam	interessant
Goed	lelijk	dom
Wat is er gebeurd?	arme jij	plotseling