How can I help you?	A single / double room / twin room.	Per room per night.
Per person per night.	That's ok / fine.	A family room with bath and toilet.
When did you arrive?	When will you leave?	The pool / the indoor pool
Breakfast / having breakfast / to have breakfast.	What is the time? / What time is it?	In the morning (am) / in the afternoon (pm)
in the evening (pm).	Where is….?	On the ground floor.
Left at the end.	On the first floor.

Per kamer per nacht.	Een eenpersoons- / tweepersoonskamer.	Waarmee kan ik u helpen?
Een gezinskamer met bad en wc.	Dat is goed.	Per persoon per nacht.
Het zwembad / het binnenzwembad	Wanneer vertrekt u?	Wanneer bent u aangekomen?
s morgens / 's middags	hoe laat is het?	Het ontbijt / ontbijten.
Op de begane grond.	Waar bevindt zich / is…?	's avonds.
	Op de 1e verdieping.	Aan het eind links.