Engels : Nederlands
avalanche = lawine
caught unawares = verrast
Class A drug = harddrug
descent = afkomst
dignity = waardigheid
emerge = blijken
freak accident = bizar ongeval
gutter = goot
in circulation = in roulatie
in-depth = diepgaand
outrageous = buitensporig
overwhelming = overweldigend
premises = terrein
private investigator = privédetective
proportion = aantal
segregation = rassenscheiding
tabloid = sensatiekrant
tighten your grip = beter greep krijgen op iets
vulnerable = kwetsbaar
warehouse = pakhuis
burst its banks / swamp = overstromen
cultural heritage = cultuurgoed
down the road = een stukje verderop
hyphenated = verbonden met een koppelteken
movement = beweging
outskirts = aan de rand van
passionate = gepassioneerd
preserve = behouden
regain consciousness = weer bij bewustzijn komen
stranded = gestrand
stroke = beroerte
trapped = niet weg kunnen komen
uncover = opgraven
water main = hoofdwaterleiding
winch = omhooghijsen
works = werkzaamheden
amount to = neerkomen op
benefit = uitkering
cut = inperken
invaluable = van onschatbare waarde
jobseeker's allowance = uitkering voor werkzoekenden
prospects = vooruitzichten
residential area = woonwijk
solicitor = advocaat
ward = zaal
furious = woedend
detention = nablijven
needless to say = het hoeft geen betoog
nevertheless = desondanks
overwhelmed = overdonderd
saucy = pikant
annual report = jaarverslag
charged with = aangeklaagd voor
conspiracy = samenzwering
curfew = avondklok
device = apparaat
disengage from = zich losmaken van
distraction = afleiding
dormitory = slaapzaal
engage in = meedoen aan
get around = omzeilen
hangover = kater
juvenile crime = jeugdcriminaliteit
keep in touch = in contact blijven
keep up with = bijhouden
lag behind = achterblijven
non-existent = niet-bestaand
nuts = knettergek
out of line = over de schreef
perception on / perspective on = kijk op
respondent = geënquêteerde
suburb = buitenwijk
survey = enquête