Engels : Nederlands
bean = boon
to cry = huilen
to cut = snijden
onion = ui
Head = directeur
dinner lady = kantinedame
dish = gerecht
to take ages = heel lang duren
wonderful = heerlijk
tomato sauce = tomatensaus
easy = gemakkelijk
to taste = smaken, proeven / smaken / proeven
to hate = haten, een hekel hebben aan / haten / een hekel hebben aan
already = al
mostly = vooral
bum = kont, achterste / kont / achterste
anyway = hoe dan ook
to water = tranen
to creep about = rondsluipen, rondscharrelen / rondsluipen / rondscharrelen
canteen = kantine
rabbit food = konijnenvoer