| overhalen | proberen | auditie | 
                
                        | musical / muzikaal | rol | auditie doen | 
                
                        | melodietje, wijsje / melodietje / wijsje | vergat, vergaten / vergat / vergaten | vergeten | 
                
                        | zeggen | zong, zongen / zong / zongen | zingen | 
                
                        | mening | zelf, zichzelf / zelf / zichzelf | zei, zeiden / zei / zeiden | 
                
                        | show, voorstelling / show / voorstelling | dat allemaal | succesvol | 
                
                        | doorgaan | zelf, mezelf / zelf / mezelf | toneel | 
                
                        | hing rond, hingen rond / hing rond / hingen rond | rondhangen | ging door, gingen door / ging door / gingen door | 
                
                        | zeer, pijnlijk / zeer / pijnlijk | hoofdpijn | ziek | 
        
        
                
                        | vol zelfvertrouwen | smsÛªje | keel | 
                
                        | aardig | pesten | ongelukkig | 
                
                        | trouwens | later, straks / later / straks | raden, veronderstellen / raden / veronderstellen | 
                
                        | gaan zitten | thuis | komen naar | 
                
                        | uitgelaten, vrolijk / uitgelaten / vrolijk | neuriÌÇn | ging zitten, gingen zitten / ging zitten / gingen zitten | 
                
                        |  |  | strijdbijl |