Frans : Nederlands plutôt = nogal, eerder / nogal / eerder devenir = worden avoir peur = bang zijn j'ai peur = ik ben bang fidèle = trouw d'ailleurs = trouwens endormir = in slaap vallen l'équitation = paardrijden lourd = zwaar abandonner = achterlaten, opgeven / achterlaten / opgeven réveiller = wakker maken la disparition = de verdwijning grave = ernstig avoir envie de = zin hebben om tout le monde = iedereen la naissance = de geboorte même = zelfs quelques = een paar, enkele / een paar / enkele agréable = aangenaam une équipe = een team avouer = toegeven, bekennen / toegeven / bekennen