Frans : Nederlands la jeunesse = de jeugd faire partie de = deel uitmaken van le mouvement = de beweging des centaines = honderden s'adresser à = zich wenden tot découvrir = ontdekken promettre = beloven un avenir = een toekomst être en train de = bezig zijn te la société = de maatschappij toucher = raken la lutte = de strijd la pauvreté = de armoede vivre = leven un adepte = een beoefenaar, een aanhanger / een beoefenaar / een aanhanger gagner sa vie = je brood verdienen la vie = het leven débuter = beginnen la collaboration = de samenwerking il s'agit de = het gaat om les médicaments = de medicijnen