Frans : Nederlands
détenir = vasthouden, gevangenhouden / vasthouden / gevangenhouden
les renseignements = de inlichtingen
notamment = met name
une autorisation = een toestemming
s’engager = aangaan
déranger = storen
se rendre compte = zich realiseren
lâcher = loslaten / laten
le rôle principal = de hoofdrol
enlever = weghalen, verwijderen / weghalen / verwijderen