Frans : Nederlands la disparition = de verdwijning guetter = op de loer liggen les urgences = de eerste hulp le déplacement = de verplaatsing une affection = een aandoening / een kwaal le pouce = de duim une inflammation = een ontsteking provoquer = veroorzaken rude = ruw / hard une épreuve = een beproeving faire son apparition = verschijnen le coude = de elleboog voire = ja zelfs le nerf = de zenuw la recommandation = de aanbeveling prévenir = voorkomen lier = verbinden à défaut = bij gebrek la peau = de huid auparavant = daarvoor