Frans : Nederlands bienvenue ! = welkom! poser une question = een vraag stellen volontiers = graag pour aller à ? = hoe kom ik bij? le distributeur = de automaat il est nécessaire = het is nodig plan = de plattegrond parisien = Parijs le carnet de dix tickets = tien metrokaartjes fonctionner = werken / functioneren aucune = geen enkele descendre = uitstappen le séjour = het verblijf expliquer = uitleggen l’étranger = de buitenlander venir de = zojuist / net se trouver = zich bevinden la ligne = de lijn initial = begin agréable = aangenaam le guichet = het loket vas-y = ga je gang le petit-déjeuner = het ontbijt la clé = de sleutel la chambre simple = de éénpersoons la double = tweepersoonskamer l’ascenseur = de lift la réception = de receptie la salle de bains = de badkamer complet = vol la femme de chambre = het kamermeisje compris = inbegrepen réserver une chambre = een kamer reserveren aucun = geen enkel