Engels : Nederlands
pickpocket = zakkenroller
to stalk = stalken
to combat = bestrijden
juvenile delinquency = jeugdmisdaad
to seek = trachten/proberen
to lure = lokken
thug = gewelddadige crimineel
to smash = stukslaan
bar = staaf
ransom = losgeld
to ransom = loskopen
to extradite = uitleveren
extradition = uitlevering
warrant = machtiging
impostor = bedrieger/oplichter
to torture = martelen
inquest = lijkschouwing
coroner = lijkschouwer
plagiarism = plagiaat
to strangle = wurgen
to launder = witwassen
to seize = in beslag nemen
petty crime = kleine misdaad
to be at large = vrij rondlopen
to bug = afluisteren
to hide / to conceal = verbergen