to interrupt	proverb	gossip
to utter	remark	to remark
bilingual	native language / native tongue/mother tongue	subject
curious	chairman	dumb
to emphasize/to stress	emphasis/stress	fluent
to interpret	interpreter	to confuse
confusing	confusion	account
understatement	narrotor	to hesitate
hesitation	silence	silently

roddel	spreekwoord	onderbreken
opmerken	opmerking	uiten
onderwerp	moedertaal	tweetalig
stom	voorzitter	eigenaardig
vloeiend	klemtoon/nadruk	benadrukken
in verwarring brengen	tolk	uitleggen/interpreteren
verslag	verwarring	verwarrend
aarzelen	verteller	understatement/te zwakke uitdrukking
sitl/zwijgend	stilte	aarzeling