Engels : Nederlands
(to) react = reageren
An adequate reaction is [required]. = benodigd
(to) complete = aanvullen / volledig maken
Please show your [dialogue]. = gesprek
Do you know how [to pronounce] these words? = uitspreken
first ... then.. = eerst ... vervolgens / dan...
(to) discuss = bespreken
(to) express = uitdrukken
Summarize the [topic] of this text. = onderwerp
Check the text for correct [punctuation]. = interpunctie
Make sure [to address] the titles of the texts. = benoemen
You have [to make up] a short story on the subject. = bedenken