Engels : Nederlands
above all = maar vooral
admittedly = weliswaar, toegegeven
all the same = in elk geval
although / though = hoewel, echter
(and) yet = (maar) toch
at any rate = in ieder geval
be that as it may = hoe het ook zij
besides = daarnaast
but = maar
by way of contrast = daarentegen
conversely = omgekeerd, andersom
despite = ondanks
either way / in any event = hoe dan ook
even more = nog meer
even so = desondanks, toch, zelfs dan
even though = ondanks, ook al, hoewel
however = maar, echter, toch, niettemin
in any case / at any rate = in ieder geval
in contrast to = in tegenstelling tot
in either case = in beide gevallen
indeed = inderdaad, zeker
more importantly = nog belangrijker
nevertheless = toch, desalniettemin
on the other hand = aan de andere kant
still = nog, maar, echter, doch, nochtans
whatever happens = wat er ook gebeurt
when in fact = terwijl, in feite
whereas = terwijl
whichever happens = wat er ook mag gebeuren, in ieder geval
while / whereas = terwijl