Engels : Nederlands
adventurous = avontuurlijk
to be afraid of = bang zijn voor
to practise = doen aan; beoefenen
expensive = duur
flexible = flexibel
patient = geduldig
silly = gek
brave = moedig
curiosity = nieuwsgierigheid
curious about = nieuwsgierig naar
optimistic = optimistisch; positief
pessimistic = pessimistisch; negatief
calm = rustig; kalm
sporty = sportief
looks = uiterlijk
to dress up = zich verkleden
This food is something different from what I’m used to. = Dit eten is iets anders dan wat ik gewend ben.
My costume fits like a glove. = Dit kostuum zit als gegoten.
Binge-watching series really is my guilty pleasure. = Het bingewatchen van series is echt iets waar ik stiekem van geniet.
I don’t like the way in which she behaves. = Ik hou niet van de manier waarop zij zich gedraagt.
She really fancies extreme sports. = Ze vindt extreme sporten echt leuk.
I don’t mind people asking me a lot of questions. = Ik vind het niet erg als mensen me veel vragen stellen.
He is into people who are confident. = Hij houdt van mensen die zelfverzekerd zijn.
I don’t care much for people who aren’t interested in me. = Ik geef niet zoveel om mensen die niet in me geïnteresseerd zijn.
My father is fascinated by motorcycles. = Mijn vader is gefascineerd door motors.