| The teacher encourages students to talk to each other. | What do we do to make sure you don't have another fight? | The teacher mediates conflicts between students. |
| We got into an altercation. | I took matters into my own hands. | What was the root cause of the fight? |
| I have learnt how to control my anger. | It's better to use your words than to use violence. | I'm sorry for what I said. |
| I talked to my mum about it. | I realise now that what I said hurt your feelings. | Genuinely regret it. |
| Thanks for saying that. | Your words hurt me. | I should have calmed down and listened to you. |
| You were quite hardheaded. | We don't always have to agree on everything. | What can I do to make this right with you? |
| We have to look each other in the eyes. | Your apology means a lot to me. |
| De docent bemiddelt in de ruzie van de leerlingen. | Wat kunnen we doen om ervoor te voorkomen dat je weer gaat vechten? | De docent spoort leerlingen aan om met elkaar te praten. |
| Wat was de hoofdoorzaak van het gevecht? | Ik nam het heft in eigen handen. | We belandden in een opstootje. |
| Het spijt me van wat ik zei. | Het is beter om je woorden te gebruiken dan geweld. | Ik heb geleerd om mijn woede onder controle te houden. |
| Ik heb er oprecht spijt van. | Ik realiseer me nu dat wat ik zei je gekwetste. | Ik heb het erover gehad met mijn moeder. |
| Ik had moeten kalmeren en naar je moeten luisteren. | Wat je zei, kwetste me. | Dank je wel dat je dat zegt. |
| Wat kan ik doen om het weer goed te maken met je? | We hoeven het niet altijd eens te zijn. | Je was nogal koppig. |
| Je verontschuldiging betekent veel voor mij. | We moeten elkaar in de ogen aankijken. |