le cours	le livre	le cahier
l’agenda	la trousse	les devoirs
l’interro	l’exposé	la rédaction
l'emploi du temps	le français	l’anglais
l’allemand	les maths	la géo
l’histoire	l’informatique	le dessin
la gym	le CDI	la récré
pour	aller	le car de ramassage scolaire
il passe	à l’heure	l’heure

het schrift	het boek	de les
het huiswerk	het etui	de agenda
het opstel	de spreekbeurt	de overhoring
Engels	Frans	het rooster
aardrijkskunde	wiskunde	Duits
tekenen	informatica	geschiedenis
de pauze	de mediatheek	gymnastiek
de schoolbus	gaan	om / voor / voor
het uur	op tijd	hij komt langs

dernière	le lundi matin	dur
ce matin	je déteste	difficile
j’aime bien	nul	nulle
la matière	vendredi	j’adore
on arrive	je termine	cet après-midi
chercher	je fais	travailler
ensemble	d’accord	demander
l'élève	commencer	quand
mardi	libre	poser

moeilijk / hard	maandagochtend	laatste
moeilijk	ik haat / ik heb een hekel aan	vanochtend
waardeloos (v)	waardeloos (m)	ik vind het leuk
ik ben dol op	vrijdag	het vak
vanmiddag	ik ben klaar	we komen aan
werken	ik maak	zoeken
vragen	oké	samen
wanneer	beginnen	de leerling
stellen	vrij	dinsdag

la question	l’école	seulement
beaucoup	parler	on fait
le truc	chouette	impossible
lundi	mercredi	jeudi
samedi	dimanche	terminer
à quelle heure	aujourd’hui	tard
pourquoi	long	aimer
le couloir	pleurer	fort
forte	le sujet	facile

alleen / slechts	de school	de vraag
we doen	praten / spreken	veel
onmogelijk	leuk	het ding
donderdag	woensdag	maandag
klaar zijn / eindigen	zondag	zaterdag
laat	vandaag	hoe laat
houden van / leuk vinden	lang	waarom
sterk (m)	huilen	de gang
makkelijk	het onderwerp	sterk (v)