la gorge	le ventre	le bras
le dos	le genou	la jambe
la santé	sain	guérir
la maladie	la fièvre	le bouton
gratter	avoir mal au coeur	vomir
un hôpital	le médecin	une infirmière
le médicament	les consultations	la piqûre

de arm	de buik	de keel
het been	de knie	de rug
genezen	gezond	de gezondheid
de pukkel	de koorts	de ziekte
overgeven	misselijk zijn	jeuken, krabben / jeuken / krabben
een verpleegkundige	de arts	een ziekenhuis
de prik, de steek, de injectie / de prik, de steek / de prik, de injectie / de steek, de injectie / de prik / de steek / de injectie	het spreekuur	het medicijn

se coucher

tôt

vroeg

naar bed gaan