masculin	démontrer	comme
arrière	avoir lieu	lors de
le pourboire	l’époux	l’épouse
afin de	plus que	la vitre
la balle	le mécanicien	le cuir
la récompense	si	justifier
l’échec	le tireur	tirer
car	roux / rousse	avancer
prendre la fuite	fournir	peser

omdat	bewijzen / aantonen	mannelijk
tijdens	plaatsvinden	achter
de echtgenote	de echtgenoot	de fooi
de ruit	meer dan	om (te)
het leer	de monteur	de bal / de kogel
rechtvaardigen	als	de beloning
schieten	de schutter	de mislukking
naar voren brengen / opperen	roodharig	want
wegen	leveren	op de vlucht slaan

la cible	faire appel à	rater
l’usine	le chiffre d’affaires	doubler une voiture
l’essuie-glace	le volant	le clignotant
le phare

missen	een beroep doen op	het doelwit / het doel
een auto inhalen	de omzet	de fabriek
de richtingaanwijzer	het stuur	de ruitenwisser
		de koplamp