Frans : Nederlands
Paris la nuit = Parijs bij nacht
la biographie = de biografie
l’artiste = de kunstenaar / kunstenares
le cours de dessin = de tekencursus
le danseur = de danser
l’affiche = het affiche / de poster
le décor = het decor
la revue = het tijdschrift
à l’âge de = op de leeftijd van
épouser = trouwen
le lion = de leeuw
le cirque = het circus
tomber malade = ziek worden
reconnaître = herkennen
Oh la la ! = Oh jee!
Quels souvenirs ! = Wat een herinneringen!
la maternelle = de kleuterschool
pendant = tijdens
à 20 ans = toen ik 20 was
à partir de = vanaf
entre = tussen
jusqu’à = tot
avant (de) = voor(dat)
après = na
au début de = in het begin van
d’abord = eerst
puis = toen / vervolgens
ensuite = vervolgens
à la fin de = aan het eind van
finalement = uiteindeljk
le mariage = de bruiloft
la naissance = de geboorte
la formation = de opleiding
faire des études = studeren