sperren	der Käfig	die Käfige
das Kaninchen	genannt	der Pulli
die Pullis	sauteuer	der Auftritt
der Gemüseladen	furchtbar	die Größe
anprobieren	die Umkleidekabine	anziehen
versuchen	die Hose	die Bluse
der Stiefel	das Angebot	das Ausland
die Ferien	Kontakte knüpfen	das Praktikum
die Noten	zwar	nerven

de kooien	de kooi	opsluiten
de trui	genoemd	het konijn
het optreden	peperduur	de truien
de maat	vreselijk	de groentewinkel
aantrekken	het pashokje	passen
de bloes	de broek	proberen
het buitenland	de aanbieding	de laars
de stage	vrienden maken	de vakantie
op de zenuwen werken	weliswaar	de cijfers

trotzdem	bereits	die Ablenkung
unterstützen	Waren einräumen	die Einnahmen
etwas erledigen	Hast du schenen Herien gehabt?	Wo bist du gewesen?
Reist du lach Frankreich?	Er wird noch verrükt!	Es war so schön!
Wann wirst du ihn wiedersehen?

de afleiding	al	toch / desondanks
de opbrengst	vakken vullen	ondersteunen
Waar ben je geweest?	Heb je een mooie vakantie gehad?	iets doen / uitvoeren
Het was zo mooi!	Hij wordt noch gek!	Reis je naar Frankrijk?
		Wanneer zul je hem weer zien?