aufklären	aufräumen	eindeutig
einfühlsam	die Erwartung	maulfaul
der Rüpel	die Schwankung	unzulänglich
verständlich	altmodisch	entlassen
geil	sich herausstellen	Mist bauen
nachsitzen	der Unterricht	einen Verweis erteilen
der Zettel	der Anstand	die Aufsicht
bestenfalls	der Blickwinkel	fehlen
gegenseitig	die Höflichkeit	der Müll

duidelijk	een einde maken aan	voorlichten
zwijgzaam	de verwachting	inlevend
ontoereikend	de schommeling	de lomperd
ontslaan	ouderwets	begrijpelijk
er een puinhoop van maken	blijken	gaaf
een berisping geven	de les	nablijven / nakomen
het toezicht	het fatsoen	de brief
ontbreken	de invalshoek	op z'n best
het afval	de beleefdheid	wederzijds

ordentlich	der Quatsch	die Selbstverständlichkeit
speisen	wirksam	das Anliegen
sich austoben	der Einzelne	sich freuen
hässlich	hübsch	die Hüfte
klauen	die Maske	der Schmutz
die Seite	die Stunde	süß
umsonst	verstehen / nachvollziehen	abbauen
belegen	der Blitz	das Ereignis
das Ergebnis	die Erholung	die Erkenntnis

de vanzelfsprekendheid	de onzin	netjes
de bedoeling	effectief	voeden
zich verheugen	het individu	zich uitleven
de heup	knap / mooi	lelijk
het vuil	het masker / de grime	stelen
lief	het uur	de kant
afbreken	begrijpen	gratis
de gebeurtenis	de bliksemschicht	bewijzen
het inzicht	de ontspanning	het resultaat

die Forschung	der Körper	leistungsfähig
der Muskel	der Speicher	die Substanz
unumstritten	versagen	die Vorstellung
der Einzelgänger	erklären	furchtbar
grundsätzlich	häufiger	die Pointe
schief gehen	die Schwäche	das Übel
der Unterschied	der Zivildienst	anziehen
beschäftigen	deshalb	endgültig
die Glatze	die Locke	das Merkmal

productief	het lichaam	het onderzoek
de materie	de opslagplaats	de spier
de voorstelling	falen	onbetwist
vreselijk	uitleggen	de individualist
de kern	vaker	principieel
het kwaad	de zwakte	verkeerd gaan
aantrekken	de vervangende dienst	het verschil
definitief	daarom	bezighouden
het kenmerk	de krul	het kale hoofd

der Passant	rasieren	streicheln
wachsen	weder … noch	die Anforderung / die Forderung
der Arzt	ausbilden	betrachten
das Gehalt	schade	die Stellung
die Tätigkeit	die Wirtschaft	anderswo
die Beschwerde	demnächst	die Entscheidung
jeglich	körperlich	der Leistungssportler
mitnichten	obligat

strelen	scheren	de voorbijganger
de eis	noch … noch	groeien
bekijken	opleiden	de dokter
de baan	jammer	het salaris
ergens anders	de economie	de werkzaamheid / de bezigheid
de beslissing	binnenkort	de klacht
de topsporter	lichamelijk	elk
	verplicht	helemaal niet