anregend	die Betätigung	einräumen
erweitern	geflissentlich	das Schicksal
überstürzt	umziehen	die Unbilden
die Wahl	zunehmend	zutreffen
der Anzug	der Ausweis	Behörden
entsetzt	der Fels	die Heizung
künstlich	die Leiche	örtlich
regungslos	der Schlauch	der Stiefel
überqueren	der Vorgang	außer
die Empfindlichkeit	entlassen	existieren

toegeven	de bezigheid	stimulerend / opwindend
het noodlot / het lot	opzettelijk	verbreden / vergroten
de ongemakken	verhuizen	gehaast
kloppen	groeiend / steeds meer	de keuze
de autoriteiten / de overheid	de legitimatie	het pak / het kostuum
de verwarming	de rots	ontsteld
plaatselijk	het lijk	kunstmatig
de laars	de slang	bewegingsloos
behalve	de gebeurtenis	oversteken
bestaan	ontslaan	de gevoeligheid

gemeinhin	klären	die Obrigkeit
prügeln	schließlich	trotzdem
widerlich	anwenden	die Aufgabe
bringen	erwerben	die Forschung
getrennt	die Grundlage	die Grundschule
der Haushalt	die Oberstufe	das Verhältnis
die Wahlen	der Zeitpunkt	zeitweilig
ablehnen	allerdings	anfällig
die Bedrohung	die Befürchtung	begründen
die Gesellschaft	die Hinsicht	misstrauisch

de overheid	uitleggen / duidelijk maken	gewoonlijk
desondanks / toch / desalniettemin	uiteindelijk / tenslotte	slaan / vechten
de taak	toepassen / gebruiken	weerzinwekkend
het onderzoek	verwerven / halen	opleveren
de basisschool	de basis	gescheiden
de relatie / de verhouding	de bovenbouw	de begroting / het huishouden
tijdelijk	het tijdstip	de verkiezingen
vatbaar	zeker	afwijzen
motiveren / beredeneren	de vrees / de angst	de dreiging / de bedreiging
wantrouwend	het opzicht	de maatschappij

öffentlich	streiten	überlegen sein
unsicher	verleugnen	versuchen
der Abstieg	befristet	einschlummern
fordern	gefragt	gesellschaftlich
gesetzlich	in Frage stellen	schmerzlich
die Stelle	das Verhalten	verordern
das Verständnis	der Vorsatz	zugeschnitten
die Beschimpfung	bisher	empört
die Faulheit	gängig	die Gegenwart
innerhalb	irgendwann	das Muster

de sterkere zijn	ruziemaken	openbaar / publiek
proberen	ontkennen	onveilig
in slaap vallen / wegdommelen	aan een termijn gebonden	de degradatie
maatschappelijk	populair	eisen
pijnlijk	ter discussie stellen	wettelijk
opdragen	het gedrag	de baan / de job
afgestemd / toegespitst	het voornemen / het plan	het begrip
verontwaardigd	tot nu toe	het uitschelden / de belediging
de tegenwoordige tijd / het heden	gangbaar	de luiheid
het patroon	op een of ander tijdstip / ooit	binnen

die Sau	die Schicht	die Sprache
überordnen	der Unterschied	sich abfinden
abschneiden	bestätigen	durchaus
die Entscheidung	das Gehirn	lustvoll
prägen	speichern	wandeln
der Witz	zwangsläufig	der Einzelne
fördern	führen	die Geltung
das Gewand	das Jahrzehnt	das Kruzifix
spalten	unzulässig	die Verletzung

de taal	de laag	het varken
zich schikken / zich neerleggen	het verschil	plaatsen boven
absoluut / beslist	bevestigen	het ervan af brengen / presteren
prettig / aangenaam	de hersenen / het brein	de beslissing / het besluit
veranderen	opslaan	vormen / bepalen
het individu	noodzakelijkerwijs	de grap
de geldigheid	leiden	bevorderen / stimuleren
het kruisbeeld	de periode van tien jaar / het decennium	het gewaad
de schending / de blessure	ontoelaatbaar	verdelen