Duits : Nederlands
die Ermäßigung = de korting
die Fahrt = de rit
die Ferienwohnung = de vakantiewoning / het vakantiehuisje
das Freibad = het openluchtzwembad
das Hallenbad = het overdekte zwembad / het binnenzwembad
die Jugendherberge = de jeugdherberg
die Kreuzfahrt = de cruise
Das Meer = de zee
die Pauschalreise = de all-in reis / de all-inreis
der See = het meer
die Umgebung = de omgeving
umsteigen = overstappen
die U-Bahn = de metro
der Wohnwagen = de caravan
zelten = kamperen
Belgien = België
Deutschland = Duitsland
Griechenland = Griekenland
Kroatien = Kroatië
die Niederlande = Nederland
Österreich = Oostenrijk
die Schweiz = Zwitserland
Spanien = Spanje
die Türkei = Turkije
die USA = de Verenigde Staten
das Abenteuer = het avontuur
das Ausland = het buitenland
die Ferienliebe = de vakantieliefde
die Hitze = de hitte
der Reisepass = het paspoort
das Zelt = de tent