sich benehmen	dazu	egal sein
der Flur	die Gegenwart	das Getränk
die Insel	sich lohnen	losgehen
das Mal	Das Meer	reden
reichen	richtig	versuchen
abgedroschen	das Abteil	beseitigen
die Bezeichnung	bitten	durchschnittlich
ein Gespür haben für	offenbar	raten
die S-Bahn	die Sicherheit	sich schonen

niets uitmaken	daarbij	zich gedragen
het drankje	het heden	de gang
beginnen	de moeite waard zijn	het eiland
praten	de zee	de keer
proberen	goed	voldoende zijn
verwijderen	de coupé	afgezaagd
gemiddeld	verzoeken	de benaming
adviseren	blijkbaar	een neus hebben voor / een neusje hebben voor
zich ontzien	de veiligheid	de sneltram

die Tüte	die Verspätung	das Verständnis
der Abiturient	die Anordnung	die Behörden
entscheidend	die Erlaubnis	der Fehler
der Führerschein	die Geschwindigkeit	der Hersteller
irgendein	das Jahrzehnt	die Menge
der Stellenwert	die Umwelt	der Wandel
betonen	durchaus	eben
einzeln	etwa	schwer
sonst	tatsächlich	wie

het begrip	de vertraging	het zakje
de overheid	de verordening	de eindexamenkandidaat
de fout	de toestemming	beslissend
de producent	de snelheid	het rijbewijs
de grote hoeveelheid	de tien jaar	de een of ander
de verandering	het milieu	het belang
nu eenmaal	absoluut	benadrukken
moeilijk	bijvoorbeeld	apart
hoe	inderdaad	anders

zweideutig

dubbelzinnig