der Abschnitt	abzocken	anstrengend
aufgesetzt	sich beschweren	immerhin
der Lehrgang	der Nachwuchs	unverzüglich
zügig	ausziehen	bloß
die Droge	das Gerät	geschweige denn
der Knochen	kündigen	der Oberschenkel
schauen	schwitzen	stemmen
stolz	sich verausgaben	vorher
zunehmen	auf Anhieb	bald

inspannend	oplichten	de periode
in ieder geval	klagen over	gekunsteld
onmiddellijk	het kroost	de cursus
alleen maar	uittrekken	snel
laat staan	het apparaat	de drug
het dijbeen	opzeggen	het bot
omhoog tillen	zweten	kijken
eerst	tot het uiterste inspannen	trots
gauw	meteen al	aankomen

sich entschuldigen	die Krankheit	loslegen
der Scherz	sich unterhalten mit	verkraften
die Verletzlichkeit	vorhanden sein	die Ampel
sich auseinandersetzen mit	ausgesetzt sein	bedeuten
betonen	die Bremse	daher
die Distanz	hinnehmen	steigern
täuschen	unterwandern	der Verbraucher
vorwerfen	die Werbung

beginnen	de ziekte	zich verontschuldigen
verwerken	praten met	de grap
het stoplicht	aanwezig zijn	de kwetsbaarheid
betekenen	blootstaan aan	zich bezighouden met
daarom	de rem	benadrukken
verhogen	accepteren	de afstand
de consument	ondermijnen	misleiden
	de reclame	verwijten