Duits : Nederlands
immerhin = in ieder geval
unverzüglich = onmiddellijk
geschweige denn = laat staan
kündigen = opzeggen
sich entschuldigen = zich verontschuldigen
loslegen = beginnen
verkraften = verwerken
vorhanden sein = aanwezig zijn
sich auseinandersetzen mit = zich bezighouden met
ausgesetzt sein = blootstaan aan
daher = daarom
hinnehmen = accepteren
steigern = verhogen
herrichten = in orde maken
der Anlass = de aanleiding
anwenden = toepassen
berücksichtigen = rekening houden met
das Merkmal = het kenmerk