Hier…Sie sprechen mit……	Frau / Herr	ein Telefongespräch anmelden
Welche Nummer? /Wie ist Ihre Telefonnummer?	Ich rufe (Sie) gleich zurück.	Die Nummer ist leider besetzt.
Könnten Sie bitte ein Gespräch nach Österreich anmelden?	in die Schweiz / in die Niederlande	Ihr Gespräch aus Deutschland, bitte.
Ich stelle durch. / Ich verbinde.	Bleiben Sie bitte am Apparat.	Es tut mir leid
Unter der Nummer meldet sich niemand.	schade	Dann rufen Sie bitte später noch einmal an.
Womit kann ich Ihnen behilflich sein? / Sie wünschen?	Ich möchte Herrn Braun sprechen. / Kann ich Herrn Braun sprechen?	Ich habe den Namen nicht gut verstanden.
Können Sie den Namen buchstabieren?	Einen Augenblick, bitte.	oké einverstanden
der Reiseveranstalter / das Reisebüro	im Moment	nächsteWoche / den ganzen Tag
An welchem Tag?	Kann ich die Nachricht entgegennehmen?	Ich bin zwischen 10.00 und 12.00 Uhr erreichbar.

een telefoongesprek aanmelden	Mevrouw / Meneer	U spreekt met…
Het nummer is helaas bezet.	Ik bel u zo terug.	Welk nummer? /Wat is uw nummer?
Uw gesprek uit Duitsland.	naar Zwitserland / naar Nederland	Kunt u een gesprek naar Oostenrijk aanmelden?
Sorry / helaas	Blijft u aan de telefoon.	Ik verbind u door.
Dan belt u straks nog eens op, alstublieft.	jammer	De telefoon wordt niet opgenomen.
Ik heb de naam niet goed verstaan.	Ik wil meneer Braun spreken.	Waarmee kan ik u helpen?
in orde	Een ogenblik, a.u.b.	Kunt u de naam spellen?
de volgende week / de hele dag	op het moment	de touroperator / het reisbureau
Ik ben tussen 10.00 en 12.00 uur bereikbaar.	Kan ik de boodschap aannemen?	Op welke dag?

AufWiederhören.	Sprechen Sie Deutsch?	Ja, ein Bisschen / sehr gut
der / ein Augenblick	Ich habe einen Termin mit…	telefonieren
organisieren	trainieren

Je, een beetje / heel goed	Spreekt u Duits?	Tot ziens (aan de telefoon) / tot horens.
telefoneren	Ik heb een afspraak met…	het / een ogenblik
	trainen	organiseren