Duits : Nederlands
der Lerntyp = het type leerder
herausfinden + A = ontdekken
herausbekommen + A = eruit krijgen
Sie ist so nervös, dass sie kein Wort herausbekommt. = Ze is zo zenuwachtig, dat ze geen woord uit haar keel krijgt.
zwingen + A + zu + A = dwingen tot
die Hälfte = de helft
etwas tun gegen + A = iets doen tegen
egal = om het even
Das ist mir egal. = Dat is mij om het even.
anwenden + A = toepassen
eine Regel anwenden = een regel toepassen
die Ahnung = het idee
Keine Ahnung! = geen idee
nachdenken über + A = nadenken over
reichen = genoeg zijn
exakt = precies
analysieren + A = analyseren
genug = genoeg
ungenau = vaag
problematisch = problematisch
schwer fallen + D + A = iets moeilijk vinden
die Lernmethode = de leergang
mitteilen + D + A = meedelen
schriftlich = schriftelijk
achten auf + A = letten op
das Tandem = span
im Tandem lernen = in tweetallen leren
die Lernkartei = het kaartsysteem om woordjes te leren
Eva hat eine Lernkartei angelegt. = Eva heeft een kaartsysteem ontwikkeld om woordjes te leren.
visualisieren = visualiseren