Duits : Nederlands
die Aufgabe verstehen = de opdracht begrijpen
auswendig lernen = uit het hoofd leren
einen Fehler machen = een fout maken
die Formel ins Heft schreiben = de formule in het schrift schrijven
eine Fremdsprache lernen = een vreemde taal leren
Hausaufgaben machen = huiswerk maken
eine Klassenarbeit schreiben = een proefwerk maken
Nachhilfe bekommen = bijles krijgen
einen Satz übersetzen = een zin vertalen
die Übung erklären = de oefening uitleggen
die Vokabeln lernen = de woorden leren
das Zeugnis bekommen = het rapport krijgen