In den Bergen ist es bewölkt.	Da, schon wieder ein Blitz!	Hast du den Donner gehört?
Achtung, auf der Straße liegt Eis.	Die Luft ist frisch.	Im Winter gibt es oft Frost.
Heute Nacht wird es gefrieren.	Das Gewitter ist gefährlich!	Glatteisgefahr!
Der Himmel ist bewölkt.	Da gibt es viel Industrie.	Wie ist das Klima in Ihrem Land?
Der Wind kommt von Norden.	Die Sonne scheint hier Tag für Tag.	Im Gebirge schneit es.
Das Wetter ist sonnig.	Wir hatten hier einen schrecklichen Sturm.	Wie wird das Wetter?
Das Wetter wird besser.	Im Nationalpark leben viele wilde Tiere.

Heb jij het onweer gehoord?	Daar, alweer een bliksemflits!	In de bergen is het bewolkt.
In de winter is er vaak vorst.	De lucht is koud.	Let op, op de straat ligt ijs.
IJzel!	Het onweer is gevaarlijk!	Vannacht zal het vriezen.
Hoe is het klimaat in uw land?	Daar is veel industrie.	De hemel is bewolkt.
In de bergen sneeuwt het.	De zon schijnt hier elke dag.	De wind komt uit het noorden.
Hoe wordt het weer?	Wij hadden een verschrikkelijk storm.	Het is zonnig weer.
	In het natuurpark leven vele wilde dieren.	Het weer wordt beter.