civis / civis fingo (fingĕre) / finxi / fictus adversarius
opinor (opinari) mensis / mensis debeo / debui / debitum
libero (liberare) + abl. pauci / paucorum (mv.) sensus / sensus
dolor / doloris
tegenstander / vijand vormen / vervaardigen / verzinnen burger
verschuldigd zijn / moeten maand menen / denken / geloven
waarneming- (svermogen) / gevoel / gedachte / mening weinige(n) / enkele(n) bevrijden van
pijn / verdriet