| bouwen / oprichten | van / vanaf / door | werk / bouwwerk | 
                
                        | verliefd zijn / beminnen / houden van | hoe / als | geluk | 
                
                        | getal / aantal / menigte | verwekken / baren / voortbrengen | beledigen / kwetsen | 
                
                        | wolvin | wolf | uitstallen / uiteenzetten | 
                
                        | naderen / eraan komen | tijd | redden / behouden | 
                
                        | lange tijd / lang | naam | herder | 
                
                        | broer | grootvader | toevallig | 
                
                        | onrecht / onrechtvaardigheid | misdaad / misdrijf | rijk / koninkrijk / heerschappij | 
                
                        | teruggeven | naburig / nabijgelegen | troep / schare / stoet | 
        
        
                
                        | overgeven / overdragen / overleveren | besluiten | stichten / bouwen | 
                
                        | veranderen | prikkelen / uitdagen | uitlachen / bespotten | 
                
                        | naar Rome / in Rome | duidelijk / helder | ruw / ruig / streng |