Spaans : Nederlands
¿A qué hora? = Hoe laat?
¿Para cuándo quiere reservar? = Voor wanneer wilt u reserveren?
¿Para cuántas personas quiere reservar? = Voor hoeveel personen wilt u reserveren?
Acordado = Afgesproken
Claro/claro que sí / Por supuesto = Natuurlijk
Cómo no = Uiteraard
Confirmar por correo electrónico = Per e-mail bevestigen
El anfitrión = De gastheer
El lunes que viene = Aanstaande maandag
El número de comensales = Het aantal gasten
El plato vegetariano = Het vegetarisch menu
Es vegetariano/vegetariana = Hij/zij is vegetariër
Gracias por su reserva = Bedankt voor uw reservering
La anfitriona = De gastvrouw
La confirmación = De bevestiging
La reserva de mesa = De tafelreservering
Las observaciones = De opmerkingen
Los comensales = De tafelgenoten
Los platos vegetarianos = De vegetarische gerechten
Ningún problema = Geen enkel probleem
Para el 24 de mayo = Voor 24 mei
Para el domingo que viene = Voor aanstaande zondag
Para el próximo sábado, el primer de agosto = Voor aanstaande zaterdag, 1 augustus
Reservar a nombre de… = Reserveren op naam van…
Somos seis = We zijn met z’n zessen
Tengo una solicitud = Ik heb een verzoek
Un menú vegetariano = Een vegetarisch menu
Uno de nuestros comensales tiene intolerancia a la lactosa = Een van onze tafelgenoten heeft lactose-intolerantie
Ustedes pueden elegir entre diversos platos = U kunt uit diverse gerechten kiezen