EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Aardrijkskunde
De Wereld van
VMBO-KGT - Leerjaar 1 - Editie 2
Hoofdstuk 4.0 - water
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Vraag
Antwoord
benedenloop
=
Laatste deel van een rivier tot de monding.
bovenloop
=
Eerste deel van een rivier vanaf de bron
bron
=
Begin van een rivier.
dijk
=
Door mensen gemaakte wal langs een rivier of de zee om het land tegen overstromingen beschermen.
dijkring
=
Gebied dat door dijken omringd wordt en het gebied beschermt tegen overstromingen.
duinen
=
Door de wind opgeblazen zandheuvels.
gletsjer
=
IJsmassa die langzaam uit een gebergte naar beneden schuift.
grondwater
=
Water dat in de bodem zit.
korte waterkringloop
=
Als water vanuit zee verdampt en als neerslag weer in zee valt.
lange waterkringloop
=
Als water vanuit zee verdampt, op het land als neerslag terechtkomt en uiteindelijk weer de zee bereikt.
legenda
=
Lijst met de betekenis van kleuren en symbolen bij een kaart.
meanderen
=
Het kronkelen van rivieren met grote bochten.
middenloop
=
Middelste deel van een rivier.
monding
=
Daar waar een rivier in zee uitkomt.
noordpijl
=
Een pijl die aangeeft welke kant van de kaart het noorden is.
ontzilting
=
Van zout water zoet water maken.
oppervlaktewater
=
Het zichtbare water op aarde: zeeën, oceanen, meren en rivieren.
overzichtskaart
=
Kaart die een beeld geeft van een groter gebied.
plattegrond
=
Een kaart met wegen en straten in een klein gebied.
schaal
=
Getal dat aangeeft hoeveel de werkelijkheid is verkleind.
stroomgebied
=
Het totale gebied waar het water van een rivier vandaan komt.
stuwdam
=
Een betonnen of aarden muur in een rivier die water voor langere tijd tegenhoudt.
thematische kaart
=
Een kaart over een speciaal onderwerp.
topografische kaart
=
Zeer nauwkeurige overzichtskaart van een klein gebied.
verdamping
=
Water verandert in gasvorm: waterdamp.
waterschaarste
=
Gebrek aan voldoende schoon water, omdat de vraag naar water groter is dan de aanvoer.
waterscheiding
=
Grens tussen twee stroomgebieden.
watervoetafdruk
=
De hoeveelheid zoet water die nodig is om alle producten die iemand gebruikt te kunnen maken.
zeewering
=
De kustbescherming tegen overstromingen van de zee met duinen, dammen en dijken.
zoet water
=
Water waar heel weinig zout in zit.