elkaar begrijpen

Elkaar leren begrijpen in het Deens


Wil je elkaar kunnen begrijpen in het Deens?
Leer dan deze lijst met Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Deens Nederlands
  • Kan du gentage det? = Kunt u dat herhalen?
  • Hvad siger du? = Wat zeg je?
  • Hvor meget = hoeveel
  • Hvad er klokken? = Hoe laat is het?
  • Jeg forstår ikke = ik begrijp het niet
  • langsommere = langzamer
  • stave = spellen
  • Jeg taler ikke dansk = Ik spreek geen deens
  • Hvor er …? = Waar is …?
  • Hvordan siger man …? = Hoe zeg je …?
  • Hvordan udtaler man det? = Hoe spreek je dat uit?
  • Engelsk = Engels
  • taler du = spreekt u
  • Mit navn er... = mijn naam is...
  • Hvad hedder du? = Hoe heet je?
  • undskyld = sorry
  • tak skal du have = dank u wel
  • Vær venlig = alstublieft
  • nej = nee
  • Ja = ja
  • Hej = Hallo