EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Duits
TrabiTour
vwo 3e editie
1 vwo
Textbuch A, Kapitel 1.A
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Duits
Nederlands
Guten Tag!
=
Goedendag!
Auf Wiedersehen!
=
Tot ziens!
Wie bitte?
=
Wat zeg je / zegt u?
Wie geht es?
=
Hoe gaat het?
Danke.
=
Dank je / u wel.
Bitte!
=
Alsjeblieft! / Alstublieft!
Tschüs
=
Tot ziens! / Dag!
Entschuldigung!
=
Pardon!
ja
=
ja
nein
=
nee
bei uns
=
bij ons
heißen / ich heiße
=
heten / ik heet
wohnen / ich wohne
=
wonen / ik woon
kommen / ich komme
=
komen / ik kom
gehen / ich gehe
=
gaan / lopen / ik ga / loop
fahren / ich fahre
=
rijden / gaan / ik rijd / ga
sprechen / ich spreche
=
spreken / ik spreek
anrufen / ich rufe ... an
=
opbellen / ik bel ... op
schicken / ich schicke
=
sturen / ik stuur
buchstabieren / ich buchstabiere
=
spellen / ik spel
der Name
=
de naam
der Vorname
=
de voornaam
der Nachname / der Familienname
=
de achternaam
das Mädchen
=
het meisje
der Junge
=
de jongen
der Freund
=
de vriend
die Freundin
=
de vriendin
die Freunde
=
de vrienden
die Straße
=
de straat
Herr Müller
=
meneer / de heer Müller
Frau Schmidt
=
mevrouw Schmidt