EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Duits
TrabiTour
havo-vwo 2e editie
Arbeitsbuch F, Kapitel 17, Aufgabe 3.3 (Nieuw)
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Duits
Nederlands
der Aufsatz
=
het opstel
das Ausland
=
het buitenland
ins Ausland fahren
=
naar het buitenland gaan
der Ausländer / ~
=
de buitenlander
der Austausch
=
de uitwisseling
der Ausweis
=
het identiteitsbewijs
die Brücke / -n
=
de brug
Europa
=
Europa
der Europäer / ~
=
de Europeaan
die EU
=
de EU
der Friede(n)
=
de vrede
die Grenze / -n
=
de grens
die Hauptstadt / “-e
=
de hoofdstad
die Klassenfahrt / -en
=
het schoolreisje
der Krieg / -e
=
de oorlog
die Landkarte / -n
=
de landkaart
das Problem / -e
=
het probleem
Recht haben
=
gelijk hebben
der Sinn
=
de zin, de betekenis
arbeitslos
=
werkeloos
dafür / dagegen sein
=
(er)voor / (er)tegen zijn
damals
=
toen, destijds
gehören zu
=
horen bij
international
=
internationaal
sich kennenlernen
=
elkaar leren kennen
kontrollieren
=
controleren
modern
=
modern
schimpfen
=
schelden
sich streiten
=
ruziemaken, ruziën
(in)tolerant
=
(in)tolerant
wirklich
=
werkelijk, echt
zusammen
=
samen