EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Duits
TrabiTour
havo-vwo 2e editie
Arbeitsbuch C, Kapitel 9, Aufgabe 9.3
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Duits
Nederlands
der Liebeskummer
=
het liefdesverdriet
die Beziehung
=
de relatie
die Hochzeit
=
de bruiloft
der Hochzeitstag
=
de trouwdag
der Valentinstag
=
de Valentijnsdag
der Humor
=
de humor
die Eigenschaft
=
de eigenschap
zusammen
=
samen
gemeinsam
=
samen, gezamenlijk
miteinander
=
met elkaar
allein
=
alleen, in je eentje
verheiratet
=
getrouwd
humorvoll
=
humoristisch
lustig
=
grappig, vrolijk
sympathisch
=
sympathiek
(un)treu
=
(on)trouw
eifersüchtig
=
jaloers
ehrlich
=
eerlijk
hübsch
=
knap, mooi
sportlich
=
sportief
begeistert
=
enthousiast
verrückt
=
gek
witzig
=
grappig
zuverlässig
=
betrouwbaar
anmachen
=
versieren
hoffen
=
hopen
sich verlieben in
=
verliefd worden op
sich verknallen in
=
verliefd worden op (omgangstaal)
betrügen
=
bedriegen
kuscheln
=
knuffelen
ist egal
=
maakt niet uit
sofort
=
meteen, direct