Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Duits Nederlands
  • der Anhang = de bijlage, het attachment
  • der Bildschirm = het beeldscherm
  • der Fernseher = het televisietoestel
  • die Daten = de gegevens
  • die Datei = het bestand
  • der Drucker = de printer
  • die E-Mail = de e-mail
  • die Festplatte = de harde schijf
  • das Hauptmenü = het hoofdmenu
  • das Kennwort = het password
  • die Maus = de muis
  • klicken = klikken
  • das Programm = het programma
  • der Computer = de computer
  • der Laptop = de laptop
  • die Tastatur = het toetsenbord
  • die Taste = de toets
  • (aus)drucken = printen
  • eingeben = invoeren
  • empfangen = ontvangen
  • herunterladen = downloaden
  • kopieren = kopiëren
  • löschen = wissen, verwijderen
  • (ver)schicken = (ver)sturen
  • programmieren = programmeren
  • schützen = beschermen
  • speichern = opslaan
  • im Internet = op het internet
  • computersüchtig = verslaafd aan de computer