EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Duits
TrabiTour
vmbo gt-havo 2e editie
Arbeitsbuch F, Kapitel 18, Aufgabe 9.2
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Duits
Nederlands
das Abenteuer / ~
=
het avontuur
die Abreise
=
het vertrek
die Ankunft
=
de aankomst
der Aufenthalt
=
het verblijf
der Fahrplan
=
de dienstregeling
der Ferienjob
=
het vakantiebaantje
der Flughafen
=
de luchthaven
das Schiff / -e
=
het schip
die Information / -en
=
de informatie
die Jugendherberge
=
de jeugdherberg
das Hotel / -s
=
het hotel
der Campingplatz / “-e
=
de camping
das Restaurant / -s
=
het restaurant
das Gasthaus
=
het hotel, het pension
das Gepäck
=
de bagage
der Wohnwagen
=
de caravan
das Zelt / -e
=
de tent
das Klima
=
het klimaat
die Klimaanlage
=
de airco
die Pauschalreise
=
de volledig verzorgde reis
die Mehrwertsteuer
=
de btw
der Schatten
=
de schaduw
letztletzte
=
laatst
Woche
=
vorige week
in der Nähe von
=
in de buurt van
dennoch
=
toch
natürlich
=
natuurlijk
das Reiseziel
=
het reisdoel
der Urlauber / ~
=
de vakantieganger
der Rucksack
=
de rugzak
die Stadtrundfahrt
=
de rondrit (rondvaart) door de stad
die Verspätung
=
de vertraging
das Erlebnis / -se
=
de belevenis
erleben
=
beleven
die Erholung
=
de ontspanning, de rust, het herstel
sich erholen
=
zich ontspannen, uitrusten, herstellen
bestimmen
=
bepalen
umsteigen
=
overstappen
dauern
=
duren
los sein
=
aan de hand zijn, gebeuren
buchen
=
boeken
reservieren
=
reserveren
übernachten
=
overnachten
zelten
=
kamperen
ans Meer fahren
=
naar de zee gaan
pünktlich
=
precies op tijd
notwendig
=
noodzakelijk
kostenlos
=
gratis
herrlich
=
heerlijk
selbstverständlich
=
vanzelfsprekend