EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Duits
TrabiTour
vwo 2e editie
Arbeitsbuch E, Kapitel 14, Aufgabe 3.3
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Duits
Nederlands
die Aufmerksamkeit
=
de aandacht
die Ausbildung / -en
=
de opleiding
der Beruf / -e
=
het beroep
das Büro
=
het kantoor
in einem Büro
=
op een kantoor
die Erfahrung / -en
=
de ervaring
Erfahrungen sammeln
=
ervaring opdoen
die Erkenntnis / -se
=
het inzicht
der Erfolg / -e
=
het succes
die Fachhochschule
=
het HBO
an einer Fachhochschule studieren
=
op het HBO studeren
die Forschung
=
het wetenschappelijk onderzoek
Geld verdienen
=
geld verdienen
der Job / -s
=
het baantje
der Deutschkurs
=
de cursus Duits
die Lösung / -en
=
de oplossing
der Partner, die
=
de partner
Partnerin
=
de persoon
die Person / -en
=
het plan
der Plan / \\
=
de politiek, het beleid
die Politik
=
het tentamen
die Prüfung / -en
=
examen
das Seminar / -e
=
het (werk)college (universiteit)
das Studium
=
de studie
die Universität (die Uni)
=
de universiteit
die Vorlesung / -en
=
het (hoor)college (universiteit)
die Zukunft
=
de toekomst
in Zukunft
=
in de toekomst
eines Tages
=
op een dag
langfristig
=
op lange termijn
je(mals)
=
ooit
Das wird schon klappen.
=
Dat zal wel lukken.
faul
=
lui
faulenzen
=
luieren, lui zijn
fleißig
=
ijverig
genügend
=
voldoende
sich interessieren für
=
geïnteresseerd zijn in
künftig
=
toekomstig
mindestens
=
minstens
möglicherweise
=
mogelijk (bijwoord)
nützlich
=
nuttig
optimistisch /
=
optimistisch /
pessimistisch
=
pessimistisch
planen
=
plannen
praktisch
=
praktisch, handig
sammeln
=
verzamelen
vermutlich
=
vermoedelijk
versuchen
=
proberen
wählen
=
kiezen
wahrscheinlich
=
waarschijnlijk
zuhören
=
luisteren
zum Glück
=
gelukkig