Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Duits Nederlands
  • die Umgebung = de omgeving
  • der Flughafen = de luchthaven
  • das Flugzeug = het vliegtuig
  • Das Meer = de zee
  • die Ferienwohnung = het vakantiehuisje, het (vakantie) appartement
  • der Schlüssel = de sleutel
  • der Kleiderschrank = de klerenkast
  • das Klopapier = het toiletpapier
  • der Aufzug / der Lift = de lift
  • am Strand liegen = aan het strand liggen
  • lieben = houden van
  • besuchen = bezoeken
  • kaputt sein = kapot zijn
  • übernachten = overnachten
  • wichtig = belangrijk
  • langweilig = saai
  • der Ausfl ug = het uitstapje
  • die Aussicht = het uitzicht
  • das Gästehaus = het pension
  • der Wohnwagen = de caravan