Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Duits Nederlands
  • gründen = oprichten
  • erhalten = krijgen
  • der Häftling = de gevangene
  • einverstanden sein = het ermee eens zijn
  • die Dose = het blik
  • der Essig = de azijn
  • das Muster = het patroon
  • der Senf = de mosterd
  • der Topf = de pan