EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Duits
Malmberg
Na Klar!
Na Klar3-6v
Naklar3-6v-K8-ND
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Duits
Nederlands
aussetzen an
=
aanmerkingen hebben op
ausstrahlen
=
uitzenden
die Einschaltquote
=
het kijkcijfer
das Ereignis
=
de gebeurtenis
erwähnen
=
vermelden
fähig
=
in staat tot
der Fortschritt
=
de vooruitgang
geschickt
=
handig
gesellschaftlich
=
maatschappelijk
grundlos
=
zonder reden
hervorrufen
=
oproepen
in Bezug auf
=
met betrekking tot
offensichtlich
=
blijkbaar
die Schlagzeile
=
de grote kop
der Verbrecher
=
de misdadiger
die Wirtschaft
=
de economie
der Ansatz
=
het begin
auflisten
=
opsommen
einfallsreich
=
inventief
die Einigkeit
=
de overeenstemming
empfindsam
=
overgevoelig
gestatten
=
toestaan
die Häufigkeit
=
het veelvuldig voorkomen
karg
=
schraal
verhelfen zu
=
aan iets helpen
böse
=
stout
daraufhin
=
daarop
einzigartig
=
uniek
sich empören
=
zich verzetten
das Pflegekind
=
het pleegkind
schlicht
=
eenvoudig
ungewiss
=
onzeker
zündend
=
succesvol
buchstäblich
=
letterlijk
dreckig
=
vuil
das Dutzend
=
het dozijn
der Flugplatz
=
het vliegveld
die Höhle
=
het hol
klettern
=
klimmen
niedrig
=
laag
der Ordnungshüter
=
het lid van bewakingsdienst
das Pfadilager
=
het padvinderskamp
plaudern
=
kletsen
das Seil
=
het touw
der Spinner
=
iemand die uit z’n nek kletst
der Tierversuch
=
de dierproef
umwandeln / wandeln
=
veranderen
wettmachen
=
compenseren
der Wipfel
=
de top van een boom / de top
der Anstoß
=
de impuls
der Dünger
=
de mest
immerhin
=
in ieder geval
der Kot
=
de stront
das Obst
=
het fruit
die Sackgasse
=
de doodlopende weg
der Schmutz
=
het vuil
zügig
=
vlot
lenken
=
sturen
die Pünktlichkeit
=
de nauwgezetheid
umstritten
=
omstreden
unentschuldigt
=
ongeoorloofd
verbauen
=
onmogelijk maken
vermeintlich
=
vermeend
vermerken
=
aantekenen
die Vermittlung
=
het helpen aan
vorgaukeln
=
voorspiegelen
das Zeugnis
=
het rapport
die Arznei
=
het geneesmiddel
bescheren
=
ten deel laten vallen
die Brieftasche
=
de portemonnee
die Lücke
=
het gat
mithin
=
dus
die Peitsche
=
de zweep
die Praxis
=
de praktijk
überdies
=
bovendien
auf Streife gehen
=
op patrouille gaan
fortschrittlich
=
vooruitstrevend
die Intensivstation
=
de intensivecareafdeling
das Mahnmal
=
het gedenkteken
der Müll
=
het afval
der Pilz
=
de paddestoel
sperren
=
afsluiten
die Vernunft
=
het verstand
vorhersehbar
=
voorspelbaar
der Wanderstiefel
=
de wandelschoen
der Zuwachs
=
de groei