EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Duits
Malmberg
Na Klar!
Na Klar4-4h
Naklar4-4h-K4-DN
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Duits
Nederlands
aufpassen
=
opletten
das Bild
=
de foto
bisher
=
tot nu toe
bremsen
=
remmen
die Herausforderung
=
de uitdaging
der Körper
=
het lichaam
lächeln
=
glimlachen
die Sachen
=
de dingen
der Versuch
=
de poging
der Aufsatz
=
het opstel
einladen
=
uitnodigen
erledigen
=
afmaken
der Flieger
=
het vliegtuig
der Flur
=
de gang
die Gegenwart
=
het heden
das Heft
=
het schrift
jenseits
=
aan de andere kant
öffentlich
=
publiekelijk
rechtzeitig
=
op tijd
riesig
=
reusachtig
die Sprache
=
de taal
sich unterscheiden
=
verschillen
die Zahl
=
het getal
das Zeichen
=
het teken
das Äußere
=
het uiterlijk
begründen
=
beredeneren
beliebt
=
populair
empfinden
=
ervaren
die Gegend
=
de buurt
gucken
=
kijken
schlau
=
slim
schmeicheln
=
vleien
die Tücke
=
de geniepigheid
ziehen
=
trekken
ähnlich sehen
=
lijken op
ausschalten
=
uitzetten
das Ereignis
=
de gebeurtenis
der Korb
=
de mand
platzen
=
barsten
schmutzig
=
smerig
die Schublade
=
de lade
spinnen
=
gek zijn
die Süßigkeiten
=
het snoep
täglich
=
dagelijks
verbringen
=
doorbrengen
verschwinden
=
verdwijnen
die Welle
=
de golf
widmen
=
wijden aan / opdragen aan
der Zettel
=
het briefje
die Fahne
=
de vlag
der Fleiß
=
de ijver
die Frisur
=
het kapsel
gespannt
=
benieuwd
die Seite
=
de kant
träumen
=
dromen
unterstützen
=
steunen
wählerisch
=
kieskeurig
die Wirtschaft
=
de economie
die Zensur
=
het cijfer
die Ablenkung
=
de afleiding
angeben
=
opscheppen
behaupten
=
beweren
beobachten
=
observeren
beschränkt
=
beperkt
bevor
=
voordat
gemeinsam
=
samen
kaum
=
nauwelijks
mangelnd
=
gebrekkig
neulich
=
pas geleden
das Phänomen
=
het verschijnsel
der Schutz
=
de bescherming
die Schwierigkeit
=
de moeilijkheid
die Stunde
=
het uur
überflüssig
=
overbodig
die Ablehnung
=
de afwijzing
der Abschnitt
=
het fragment
auswählen
=
kiezen
dagegen
=
echter
die Eifersucht
=
de jaloezie
ergänzen
=
aanvullen
sich freuen
=
blij zijn
irgendwann
=
ooit
kapieren
=
snappen
längst
=
al lang
die Rührung
=
de ontroering
stimmen
=
kloppen
vorerst
=
voorlopig
zudem
=
bovendien
zutreffen
=
van toepassing zijn