Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Duits Nederlands
  • ändern = veranderen
  • anfangen = beginnen
  • erwachsen = volwassen
  • klar = duidelijk
  • reden = praten
  • scheitern = falen
  • schlimm = erg
  • ständig = voortdurend
  • sich streiten = ruzie maken
  • treffen = ontmoeten