Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Duits Nederlands
  • der Anfang = het begin
  • aufregend = opwindend
  • der Eintritt = de entree
  • hinten = achter
  • leicht = gemakkelijk
  • der Profi = de professional
  • schaffen = voor elkaar krijgen, lukken
  • das Spiel = de wedstrijd, het spel
  • der Weltmeister = de wereldkampioen
  • das Ziel = het doel