Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Duits Nederlands
  • die Mängelrüge, die Beschwerde, die Reklamation = de klacht, de klachtenbrief
  • die Beanstandungen = de klachten
  • adäquat reagieren = adequaat reageren
  • Ich muss Ihre letzte Lieferung reklamieren. Ich habe bei Ihrer letzten Lieferung etwas zu beanstanden. = Ik heb een klacht over uw laatste levering.
  • Ich möchte mich über Ihre Mitarbeiterin beschweren. = Ik heb een klacht over uw medewerkster.
  • Die Qualität der Ware lässt zu wünschen übrig. = De kwaliteit van de goederen laat te wensen over.
  • Sie haben uns die falsche Ware geliefert. = U heeft ons de verkeerde goederen geleverd.
  • Die Menge entspricht nicht unserer Bestellung. = De hoeveelheid komt niet overeen met onze bestelling.
  • Die Lieferung ist nicht vollständig. = De levering is niet compleet.
  • Wir haben Mängel festgestellt. = Wij hebben gebreken vastgesteld.
  • Das Gerät ist beschädigt. = Het toestel is beschadigd.
  • Wir verlangen, dass Sie die Ware unverzüglich umtauschen. = Wij vragen u om de goederen onmiddelijk om te ruilen.
  • Unsere Rechnung vom 30.10. steht immer noch offen. = Onze factuur van 30 oktober is nog steeds niet betaald.
  • Sie hätten uns früher informieren müssen. = U had ons eerder moeten informeren.
  • Ich möchte mich bei Ihnen über Ihr Personal beklagen. = Ik wil graag bij u mijn beklag over uw personeel doen.
  • Sie haben uns andere Produkte zukommen lassen. = U heeft ons andere producten doen toekomen.
  • Wir haben eine andere Anzahl bestellt. = Wij hebben een ander aantal besteld.
  • Bei der Lieferung fehlen einige Produkte. = Bij de levering ontbreken enkele producten.
  • Wir hätten es gerne früher gewusst. = Wij hadden dit graag vroeger geweten.
  • Herr Huntjes geht davon aus, dass alles in Ordnung ist. = Herr Huntjes gaat ervan uit dat alles in orde is.
  • Aber da irrt er sich. = Dat heeft hij mis.
  • Was ist denn los? = Wat is er dan?
  • Meine Frau ist der Meinung, dass … = Mijn vrouw is van mening dat …
  • Holz schmirgeln = hout schuren
  • der Fleck = de vlek
  • Wir nehmen alle Reklamationen ernst. = Wij nemen alle klachten serieus.
  • Könnten Sie Ihre Beschwerde auch schriftlich bestätigen? = Zou u uw klacht ook schriftelijk kunnen bevestigen?
  • Ich hatte Ihnen telefonisch versprochen, meine Beschwerde schriftlich zu bestätigen. = Ik had u telefonisch beloofd dat ik mijn klacht schriftelijk zou bevestigen.
  • Ich sorge persönlich dafür, dass Ihre Beschwerde so schnell wie möglich bearbeitet wird. = Ik zorg er persoonlijk voor dat uw klacht zo snel mogelijk wordt behandeld.
  • die Vereinbarung = de afspraak
  • Ich hoffe, bald von Ihnen zu hören. Ich hoffe, schnell von Ihnen zu hören. = Ik hoop spoedig van u te horen.
  • Ich hoffe auf eine baldige Antwort. = Ik hoop op een spoedige reactie.
  • verschimmelt = beschimmeld
  • Um welche Ware handelt es sich genau? = Om welke goederen gaat het precies?
  • das Mindesthaltbarkeitsdatum = de minimale houdbaarheidsdatum
  • die Kühlanlage = de koelinstallatie
  • überprüfen = nakijken, controleren, checken
  • Wenn es unser Fehler ist, werden wir das mit der nächsten Bestellung verrechnen. = Als het onze fout is, zullen wij het met de volgende bestelling verrekenen.
  • Entschuldigen Sie bitte nochmals. = Wij bieden u nogmaals onze excuses aan.
  • die Lieferung ist vorgesehen für den … = de levering is gepland op …
  • knappe Vorräte = de krappe voorraad
  • Wäre es möglich … = Zou het mogelijk zijn …
  • Ich hoffe, dass sich da etwas machen lässt. Ich hoffe, dass sich da etwas tun lässt. = Ik hoop dat er iets aan te doen is. Ik hoop dat er iets aan te doen valt.
  • Wäre das noch rechtzeitig? = Zou dit nog op tijd zijn?
  • Das reicht. = Dat is voldoende.
  • Es wäre toll, wenn das so gehen würde. = Het zou tof zijn als dit zo zou lukken.
  • regulär = regulier
  • Ich habe alles notiert und werde es gleich weiterleiten. = Ik heb alles genoteerd en zal het meteen doorgeven.
  • Sie bekommen noch Bescheid. = U wordt nog op de hoogte gesteld.
  • Ersatz bekommen = vervanging krijgen
  • Ich bedanke mich nochmals ganz herzlich. = Ik dank u nogmaals heel hartelijk.
  • Keine Ursache. = Geen dank.
  • Hier ist soeben die Bestellung vom 15. des Monats eingetroffen. = Hier is zojuist de bestelling van 15 … binnengekomen.
  • der Eisenwarenhändler = de ijzerwarenhandel
  • Entschuldigen Sie, dass ich Sie unterbreche. Entschuldigen Sie, wenn ich Sie unterbreche. = Sorry dat ik u onderbreek.
  • Ich würde Ihnen gern behilflich sein. = Ik zou u graag willen helpen.
  • Darf ich kurz die Unterlagen heraussuchen? = Mag ik de papieren even opzoeken?
  • Wir haben im Moment sehr viel zu tun. = Wij hebben het op dit moment erg druk.
  • Darum verzögern sich einige Lieferungen ein bisschen. = Daarom zijn sommige leveringen vertraagd.
  • Ist Ihnen durch die verspätete Lieferung ein Schaden entstanden? = Heeft u schade ondervonden door de vertraagde levering?
  • Normalerweise bekommen wir Rabatt. = Normaal gesproken krijgen wij korting.
  • Hier stehen nur die üblichen 5 Prozent Skonto. = Hier staat alleen de gebruikelijke 5 procent-korting.
  • Dabei habe ich das persönlich mit Ihrem Vertreter ausgemacht. = Ik heb dat nog wel persoonlijk met uw vertegenwoordiger afgesproken.
  • Ich werde das sofort nachprüfen. = Ik zal dat onmiddellijk nagaan.
  • Dann werde ich das ändern. = Dan zal ik dat wijzigen.
  • Das kriege ich schon hin. Das bekomme ich schon hin. = Dat gaat me wel lukken.
  • Natürlich habe ich recht. Natürlich habe ich Recht. = Natuurlijk heb ik gelijk.
  • Es tut mir leid, dass Sie so verärgert sind. = Het spijt me dat u zo boos bent.
  • Ich tue mein Bestes, um unseren Fehler wieder gutzumachen. = Ik doe mijn best om onze fout te herstellen.
  • Ich werde unverzüglich eine neue Rechnung ausstellen. = Ik zal onmiddellijk een nieuwe factuur uitschrijven.
  • nachzählen = natellen