EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Duits
Malmberg
Taalblokken Duits
B2 Gespräche führen Online
B2 Gespräche führen Lektion 4
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Duits
Nederlands
die Tintenpatrone
=
de inktcartridge
die Reklamation
=
het bezwaar
probieren
=
een poging doen
ständig
=
doorlopend
eindeutig
=
duidelijk
durcheinander bringen
=
verhaspelen
umgehend
=
per omgaande
meinetwegen
=
voor mijn part
umtauschen
=
ruilen
der Kurier
=
de coerier
die Handlung
=
de actie
bzw. beziehungsweise
=
ofwel
Tag der offenen Tür
=
open dag
der Vorrat
=
de voorraad
das Finanzamt
=
het belastingkantoor
benötigte Büroartikel
=
benodigde kantoorartikelen
vorhanden sind
=
beschikbaar zijn
die Messe
=
de beurs
reichhaltig
=
uitgebreid
Diese Modelle haben alle eine zusätzliche Metallverbindung.
=
Deze modellen hebben allemaal een extra metaalverbinding.
Diese Metallverbindung garantiert eine lange Nutzungsdauer.
=
Deze metaalverbinding garandeert een lange gebruiksperiode.
Der Bügel verschwindet fast ganz unter dem Sitz.
=
De beugel verdwijnt bijna helemaal onder de zitting.
Diese zwei Modelle sehen noch schicker aus.
=
Deze twee modellen zien er nog verfijnder uit.
Das bietet eine große Zuverlässigkeit.
=
Dat biedt grote betrouwbaarheid.
Ich stehe nicht so auf Leder.
=
Ik hou niet zo van leer.
Da haben Sie recht.
=
Daar heeft u gelijk.
ineinander übergehen
=
in elkaar overlopen
bedingungslos
=
onvoorwaardelijk
heutige Technik
=
tegenwoordige techniek
solide Konstruktion
=
stevige constructie
mischen
=
mengen
umweltbewusst
=
milieuvriendelijk
blättern
=
bladeren
gepolsterte Stühle
=
gestoffeerde stoelen
Wir sind uns nicht einig.
=
We zijn nog niet eens met elkaar.
der Stil
=
de stijl
es kommt darauf an
=
het hangt ervan af
in aller Ruhe
=
op hun gemak
die Visitenkarte
=
het visitekaartje